Communicatiestijlen
5 opties om te reageren
Wanneer we contact maken met anderen hebben we volgens de Transactionele Analyse 5 manieren om te reageren. Het helpt om jezelf er bewust van te zijn vanuit welke communicatiestijl je reageert.
Je reactie op de ander kan effectief zijn in het contact maar ook heel ineffectief. Vaak communiceren we intuïtief op de manier hoe we het geleerd hebben of wat het gedrag van de ander bij ons oproept. Bij bewustwording van de verschillende stijlen kun je beter kiezen wat passend is in het contact met de ander voor het gewenste resultaat.
Het functionele model
Op de afbeelding hierboven zie je het functionele model van de ego-toestanden. Het geeft ons inzicht in waarneembaar gedrag. Niet te verwarren met het structurele model. Dat is een weergave van onze psychologische basisstructuur. Per ego-toestand zijn gedragsvoorbeelden weergegeven. In rood zijn ineffectieve gedragingen weergegeven en in groen effectieve gedragingen.
Wat zijn de communicatiestijlen?
De 5 verschillende communicatiestijlen hebben in de TA een naam gekregen die iedereen kan begrijpen. Dit helpt ons ook om ons gedrag te plaatsen bij de juiste ego-toestand (Ouder, Volwassene, Kind) In het contact met elkaar kunnen we oefenen om een passende optie te kiezen in onze reactie naar de ander. Dit kan verwijdering voorkomen of miscommunicatie.
- SO: Structurerende Ouder
- VO: Voedende Ouder
- V: Volwassene
- AK: Aangepast Kind
- NK: Natuurlijk Kind
“To improve is to change;
to be perfect is to change often”
– Winston Churchill –
Meer over de verschillende communicatiestijlen
Structurerende Ouder (SO)
Je communiceert vanuit je Structurerende Ouder wanneer je anderen vertelt wat zij moeten doen of wanneer je een oordeel uitspreekt over datgene wat zij doen. Je boots het gedrag na van je ouders wanneer zij je aan allerlei verboden en geboden onderwierpen. Die structuur hoeft niet negatief te zijn, we hebben het ook nodig.
Voorbeeld: “Ga naar bed! Dat is dom! Als ik jou was zo ik maar heel snel die klus afmaken. Niet doen! Je moet…Hou op!”
Voedende Ouder (VO)
Je reageert vanuit je Voedende Ouder, wanneer je anderen verzorgt op een respectvolle manier. Je bootst dan het gedrag na van je ouders, bijvoorbeeld als zij mijn wonden verzorgden, wanneer ik gevallen was en mijn handen had open gehaald.
Voorbeeld: “Goed zo!” “Zal ik je even helpen?”
Volwassene (V)
De Volwassene stelt prioriteiten, heeft overzicht, stelt vragen, vergaart informatie, neemt besluiten. Het is de spil, de dirigent in het model.
Voorbeeld: “Hoe laat is het? Ga je morgen mee naar Dordrecht? Ik ga eerst afwassen en dan koken. Ik wil vandaag om 10 uur gaan slapen. Van de zomer ga ik naar Oostenrijk op vakantie. Ik kijk even op de website van NS om te kijken wanneer de trein gaat.” “Wat is er met me aan de hand, wat gebeurt er, wat voel ik, denk ik, wat heb ik nodig, wat wil en kan ik nu doen”?
Aangepast Kind (AK)
Ik communiceer vanuit mijn Aangepast Kind als ik me houd aan de vele regels over hoe je moet leven en hoe je geaccepteert wordt in de wereld. Je denkt meestal niet bewust na over deze regels, voordat je besluit om je er aan te houden. Het Aangepaste Kind kan heel behulpzaam zijn, kan ten dienste staan van de Volwassene, maar kan ook energie zuigen door geklaag en gemopper.
Voorbeeld: Als ik de straat oversteek kijk ik eerst naar links en dan naar rechts. Als iemand in een restaurant mij vraagt of ik wat wil drinken, zeg ik “alstublieft” of “ja, graag”.
Natuurlijk Kind (NK)
Ik reageer vanuit mijn Natuurlijk Kind als ik gedrag uit mijn kinderjaren vertoon dat los staat van ouderlijke regels of beperkingen. Bijvoorbeeld als ik ongecompliceerd blij, boos of verdrietig ben.
Voorbeeld: “Joepie, wat voel ik me gelukkig! Stom rotkind!”
SO, VO, AK en NK hebben allemaal een positieve en een negatieve kant. Dat onderscheid wordt in de praktijk niet zo vaak gebruikt. Het is wel goed om je te realiseren dat het bestaat.
Neem vrijblijvend contact op
Ik help je graag verder